Water

De een verzuipt er in
en de ander staat er onder
wat de een ziet als iets zonder zin
beschouwt de ander als een wonder

De een wast de onschuld weg
de ander z'n viezigheden
en waar de een een dam voor legt
wordt door een ander om gebeden

Water, water, van dat goddelijke water
uit de kraan of uit de sloot, water is groot

Bij de een spoelt het urine weg
bij de andere wordt 't gedronken
De een sproeit 't 's zomers op z'n heg
een ander's schip is er gezonken

Je kookt er aardappels in
die er op 't land in staan te rotten
En wat de een zie als iets zonder zin
loopt bij anderen in de strotten

Water, water, van dat doodgewone water
in een druppel of een straal, water zijn we allemaal

De een ziet het als handelswaar
en de ander als een wonder
enkelen zien 't als ongemak maar
we kunnen allemaal niet zonder

Waar de een 't ziet als een vogelzang
en de ander als een vrucht
Water blijft van groot belang
en 't zelfde geldt voor lucht

Lucht, lucht, van die doodgewone lucht
in een adem en een zucht, we zijn allemaal lucht

Tekst & muziek: André Manuel / Fratsen

« terug naar het overzicht