Man

Ach guttegut, zie hem staan, hij waggelt op zijn benen
houdt zich vast aan de bar, onzeker en blauw
Alweer geen vrouw die hem wou, hij is helemaal alleen en denkt
wat moet ik nou? Oh wat moet ik nou?
Ik kan toch moeilijk gaan janken. wat zullen ze dan zeggen
Wat een wijf, wat een watje, wat een lozer van een man
Dat kan niet zijn, geen gezicht, niet te doen of uit te leggen
en wat doet ie dan

Hij kotst zich leeg in de gang. Hij is een man van de wereld
Voor de duvel niet bang, want hij is van de wereld.
Als de avond is gelopen slaat ie wild om zich heen
Stoer en bezopen en alleen.

Nadat de kroeg is verbouwd en de klappen zijn gevallen
ligt ie buiten op straat, mist een schoen en zijn tanden
Dat komt het lopen niet ten goede, hij is kwaad op ons allen
En wat doet ie dan? Oh wat doet ie dan?
Hij rukt wat planten uit een tuin, schopt een kat in z'n kont
en met een broek op z'n enkels pist ie door een brievenbus
Als een natte telegraaf ligt ie op de kouwe grond
en wat doet ie dus

Hij kotst zich leeg in de gang. Hij is een man van de wereld
Voor de duvel niet bang, want hij is van de wereld.
Als de avond is gelopen slaat ie wild om zich heen
Stoer en bezopen en alleen.

Als een varken zo bang met zijn vol gezopen kop
ligt ie stinkend in de gang en niemand ruimt 'm op
Okee vooruit ik geef toe ook ik ben een man
maar kotsen in m'n eigen nest daar hou ik dus niet van
Ik kots me leeg op de bühne. Ben een man van de wereld
Voor de duvel niet bang, want ik ben van de wereld.
Als de avond is gelopen sla ik wild om me heen
Stoer, onbezonnen en alleen

Tekst & muziek: André Manuel / Fratsen

« terug naar het overzicht